MILLINGEN - In een afgesloten plas in de Millingerwaard achter de vogelobservatiehut hebben tientallen tot honderden brasems met hun leven betaald voor hun voortplantingsdrift. De vissen drijven levenloos aan de oppervlakte.
Tot genoegen van de zee-arend, de buizerd en de mantelmeeuw. Tot ongenoegen van de passant, want dode vissen kunnen behoorlijk stinken.
Paaien
Volgens Thijmen van Heerde van Staatsbosbeheer zijn de brasems 'oververhit' geraakt tijdens het paaien. „De brasem gaat paaien als het water een bepaalde temperatuur bereikt. Vorige week hebben we een paar keer een warme dag gehad. Het betreft hier een afgesloten kommetje, waarvan het water snel opwarmt. In de rest van de Millingerwaard, waar het water dieper is, is er niks aan de hand."
Wratjes
Brasems - ze leven in scholen - maken sowieso veel werk van het paaien. Tijdens de paaitijd krijgen mannetjes 'paaiuitslag': harde wratjes op kop en kieuwen. De vrouwtjes produceren 90.000 tot 300.000 eitjes, die op planten worden afgezet.
Passanten
De boswachter krijgt momenteel talloze telefoontjes van verontruste passanten. „Ze vragen of er sprake is van zuurstoftekort. Dat is niet zo. Anders zouden andere vissen - zoals de snoek en de karper - ook sterven. We zien elk jaar wel dat de brasems sterven tijdens het paaien."
Zoetwatervis
De brasem is een van de in Nederland meest voorkomende zoetwatervissen. De vis wordt tussen de 40 tot 60 centimeter lang, maar kan maximaal een lengte van 90 centimeter bereiken. Brasems wroeten graag in de modder op zoek naar wormen, kleine erwtenmosseltjes en muggenlarven.