In veel wateren zorgt overmatige plantengroei voor problemen en overlast voor sportvissers. Daarom voert Sportvisserij Nederland in samenwerking met een aantal hengelsportverenigingen graskarperproeven uit. Deze hebben als doel om te onderzoeken bij welke graskarperdichtheid waterplanten tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden teruggebracht.
Veel viswateren zijn de laatste jaren moeilijk of niet meer te bevissen door de sterk toegenomen waterplantengroei. Waterplanten vormen de basis voor gezond water met een goede visstand. Het geheel verwijderen van waterplanten is dan ook geen optie. Een te dichte waterplantenbegroeiing is echter niet goed voor de vis en maakt bovendien de meeste vormen van sportvissen praktisch onmogelijk.
Bekijk een video met Marco Kraal waarin hij de inzet van graskarpers uitlegt:
Goedkoop
In de jaren ’70 van de vorige eeuw is er veel geëxperimenteerd met de inzet van graskarpers om de toenmalige overmatige plantengroei tegen te gaan. Dit leidde regelmatig tot een kaalslag van wateren omdat er te veel graskarpers werden uitgezet. Mits in niet te hoge dichtheden uitgezet, kunnen graskarpers echter een relatief goedkope hulp zijn bij het in toom houden van de waterplanten. Bovendien is de graskarper een mooie vis voor de sportvisserij.
Zes proefvijvers
Momenteel worden er in zes visvijvers van hengelsportverenigingen graskarperproeven gedaan. Hierbij wordt onderzocht welke graskarperdichtheid de plantenbedekking terug kan brengen tot 20-40% van het aanwezige wateroppervlak. De toegepaste graskarperdichtheid varieert van 80 tot 150 kg per hectare begroeid water. De uitgezette graskarpers zijn minimaal 40 cm lang om predatie door aalscholvers en grote snoeken te voorkomen.
Twee vakken
Om de resultaten goed te kunnen beoordelen, is bij een aantal proeven een afgeschermd vak gecreëerd. Hier kunnen geen graskarpers komen, zodat de waterplanten ongestoord kunnen groeien. Zo kan goed worden bekeken en vergeleken wat de invloed van de vissen op het waterplantenbestand is. De waterplantenontwikkeling wordt gedurende enkele jaren nauwlettend gevolgd en zo nodig kan het beheer worden bijgesteld.
Bron: Hét Visblad