HEVEADORP – Tientallen mensen namen zaterdag een kijkje bij de vispassage op het stuweiland bij Driel. Vanwege de internationale Open Dag Vismigratie zette Rijkswaterstaat er de poorten open.
Van zalm en zeeforel was niets te zien. Maar volgens de kenners ter plaatse passeren dagelijks tientallen vissoorten via de speciale watersluis op die plek de Neder-Rijn zodra de stuw de hoofdwaterweg afsluit.
De vispassage is in 2001 aangelegd en moet helpen om de visstand in de rivier weer op peil te krijgen. ,,De laatste zalm in de Neder-Rijn is in 1957 gevangen’’, aldus Jan Kempers van Visadvies, het bedrijf dat intensief betrokken is bij de vispassage. Via een ingenieus netwerk van dergelijke doorgangsplekken kunnen vissen technische installaties zoals stuwen en waterkrachtcentrales ontwijken bij hun tocht stroomopwaarts vanaf de Noordzee richting het Europese vasteland.
Uit onderzoek blijkt dat dertien vissoorten weer in grote aantallen door dit deel van de Rijn zwemmen. ,,Bij de stuw is sprake van een waterverplaatsing van negentig kuub per seconde’’, legt Erik Middel van het bezoekerscentrum Rivierengebied uit. ,,Daar kan een vis niet tegenin zwemmen. In de vispassage stroomt negen kuub water per seconde. Dat vindt een zalm of forel veel prettiger.’’
Rijkswaterstaat greep de Open Dag Vismigratie aan om geïnteresseerden ook een kijkje te gunnen in de stuw zelf. Bezoekers gingen zo’n dertig meter omhoog in het imposante bouwwerk, maar ook ruim dertien meter de diepte in om via een ondergrondse tunnel weer terug aan land te gaan.
Bron: www.gelderlander.nl