De vroege en vooral droge zomer heeft in combinatie met de beperkte sneeuwval in de Alpen tot relatief lage waterstanden geleid. Waterschap Rijn en IJssel heeft daarom inmiddels stuwen hoger gezet en houdt de grond- en oppervlaktewaterstanden extra scherp in de gaten. Met name in de gebieden langs de grote rivieren nadert het moment dat er mogelijk extra maatregelen nodig zijn.
Waterstanden fluctueren altijd. Vooral de laatste jaren worden we echter vaker met extremen geconfronteerd. Vorig jaar leidde een eveneens langdurige droge periode tot een verbod op het onttrekken van oppervlaktewater, dat van 7 juli tot 19 augustus van kracht was. Iets meer dan een week later, viel er op één dag - 26 augustus - meer dan twee keer zoveel regen als er normaliter in een hele maand valt.
Vorig jaar kampte vooral de gebieden rond de kleinere rivieren en waterlopen met de droogte en was de situatie langs de grote rivieren wat gunstiger. Op dit moment is juist de aanvoer vanuit de grote rivieren aanzienlijk minder. De wateraanvoer van de Rijn is laag voor de tijd van het jaar en bedraagt momenteel 1135 m3/s. Naar verwachting daalt de afvoer bij Lobith de komende weken verder naar een niveau tussen de 1.000 en 1.100 m3/s. Het langjarige gemiddelde voor half april bedraagt ca. 2.500 m3/s. Bij Lobith staat de Rijn bijna 75 cm lager dan een jaar geleden.
Door de inmiddels al langdurige periode met weinig regen, is het zogenoemde neerslagtekort vergelijkbaar met het recordjaar 1976. De grondwaterstanden, die begin dit jaar nog hoger stonden dan normaal, zijn inmiddels gedaald tot een relatief laag niveau, dat gemiddeld eens in de tien jaar voorkomt.
Op dit moment leiden de lage waterstanden nog niet tot problemen. Dat komt vooral omdat het nog vroeg in het voorjaar en daarmee vroeg in het groeiseizoen is. Wanneer de droogte echter langere tijd aanhoudt en door de groei van natuur en gewassen de verdamping toeneemt, kunnen de waterpeilen snel wegzakken. Omdat weersvoorspellingen op langere termijn altijd onzeker zijn, neemt het waterschap dan ook alle nodige maatregelen om het nog aanwezige water zo lang mogelijk in de bodem vast te houden. Daarvoor zijn de stuwen inmiddels op het hogere zomerpeil gezet en wordt gekeken waar mogelijk extra verhoging van stuwen gewenst en mogelijk is. Ook zullen de handhavers in het veld extra opletten dat er geen grote hoeveelheden oppervlaktewater worden onttrokken. Voor oppervlaktewateronttrekkingen van meer dan 1 kubieke meter per uur, is een vergunning nodig van het waterschap.
Bron: www.wrij.nl