Waterschap Rijn en IJssel gaat het hoofdwatersysteem van zo'n 925 kilometer met voorrang maaien. De maatregel past in de reeks concrete maatregelen naar aanleiding van de evaluatie van de wateroverlast eind augustus vorig jaar. Daaruit bleek dat het bestaande maaibeleid op sommige plaatsen tot hogere waterstanden heeft geleid.
Het moderne maaionderhoud is veel terughoudender dan twintig jaar geleden. Water aanvoer en waterafvoer zijn nog steeds de belangrijkste functies van de waterlopen. Maar tijdens de broedperiode wordt zeer terughoudend gemaaid en worden droge oevers met rust gelaten om bedreigde flora en fauna te sparen en de natuur meer kans te geven. Voorschriften en beperkingen zijn vastgelegd in Europese regels en de Flora en Faunawet.
Het terughoudender maaibeleid helpt niet alleen de natuur een handje maar bestrijdt ook de verdroging van landbouwgronden. Water wordt vastgehouden in droge tijden. De gebruikelijke zomerse onweersbuien kunnen onder die omstandigheden meer dan voldoende in de bodem en de watergangen worden opgevangen. In uitzonderlijke omstandigheden, wanneer er extreem veel water in een korte periode valt, kan de waterstand echter snel oplopen. Volgens onderzoek van de Universiteit Twente kan begroeiing van waterlopen bij omstandigheden die eens in de 100 jaar voorkomen leiden tot verhoging van de gemiddelde waterstand met 30 centimeter. Lokaal kan de maximale waterstand volgens de onderzoekers zelfs 50 centimeter toenemen..
In het evaluatierapport van HKV-Lijn in Water, dat het waterschap heeft laten opstellen na de wateroverlast eind augustus, ging het onderzoeksbureau uit van vergelijkbare aannames. Het waterschap heeft toen aangegeven deze nieuwe kennis te willen doorrekenen naar het eigen watersysteem.
In totaal onderhoudt het waterschap zo'n 4000 kilometer aan watergangen. Ook bij het nu met voorrang maaien van de hoofdwatergangen houdt het waterschap zich aan de Flora- en Faunawet. Daarbij worden tevens de feitelijke omstandigheden van plaats en moment meegenomen. De begroeiingsgraad van watergangen is namelijk sterk afhankelijk van ondermeer de waterdiepte, weersomstandigheden en hoeveelheid voedingsstoffen in het water. Die wordt weer sterk beïnvloed door landbouwactiviteiten in het stroomgebied. Dat betekent dat het moment waarop gemaaid wordt, sterk wordt bepaald door de begroeiingmassa.
Het nieuwe maaiprogramma is voorbereid in samenspraak met een klankbordgroep, bestaande uit leden van LTO-Noord, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en Staring Advies. De nieuwe maaikalender wordt vóór aanvang van het maaiseizoen -tweede helft van mei- op de website van het waterschap geplaatst.
Bron: Waterschap Rijn en IJssel